KGO (Rood voor Rood)
Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)
De gemeente Olst-Wijhe heeft een levendig landelijk gebied. Dit gebied bestaat uit veel verschillende landschappen, zoals de uiterwaarden, agrarische gebieden, bossen en landgoederen. Er gebeurt veel in het landelijk gebied en we verwachten de komende jaren ook veel veranderingen. Bijvoorbeeld vanuit het landelijke stikstofbeleid en door het veranderende klimaat. We willen in de gemeente Olst-Wijhe graag de juiste keuzes maken als er dingen veranderen. Zodat het landelijk gebied aantrekkelijk, leefbaar en vitaal blijft. De Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving is onze ‘handleiding’ als het gaat over de beslissingen die we nemen over ontwikkelingen in het landelijk gebied.
Wat is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)?
De Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving noemen we in deze tekst KGO. De provincie Overijssel schreef de KGO. Met behulp van de KGO willen we ervoor zorgen dat het landelijk gebied nog mooier wordt dan het al is. Leegstand en verrommeling willen we zo veel mogelijk voorkomen. Bij nieuwe ontwikkelingen kijken we of en hoe die het landelijk gebied verbeteren. Nieuwe ontwikkelingen zijn plannen die mensen in het landelijk gebied willen uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld een ontwikkeling zijn die valt onder het Rood voor Rood-beleid. Dit beleid is onderdeel van de KGO. Rood voor Rood-beleid betekent dat als bestaande gebouwen gesloopt worden, er nieuwe gebouwen gebouwd mogen worden. Bijvoorbeeld: een stal wordt gesloopt in ruil voor een bouwkavel voor een woning. Maar de KGO gaat ook over andere activiteiten, zoals het starten van een nieuw bedrijf in het landelijk gebied of het uitbreiden van een bestaand bedrijf. Als iemand een plan heeft voor een locatie in het landelijk gebied, kan diegene dit plan bij ons indienen.
Hoe passen we de KGO toe?
Als iemand een plan indient, kijken we of het plan past in de KGO. Voor elk plan kijken we wat er op die plek kan en niet kan. Iedere plek is immers weer anders en niet alles kan overal. Belangrijkste voorwaarde is dat het plan de ruimtelijke kwaliteit op die plek verbetert. Uiteindelijk nemen we dan een besluit over het plan. Bij een positief besluit maken we afspraken over de procedure die nodig is om het plan uiteindelijk te kunnen realiseren. Daarna kan de aanvrager aan de slag met het uitwerken van het plan.
Bij elke ontwikkeling hoort een basisinspanning van degene die het plan heeft. De basisinspanning is dat de ontwikkeling goed past in de omgeving. Dit noemen we ruimtelijke inpassing. Ruimtelijke inpassing is bijvoorbeeld landschappelijke elementen (hagen, bomen) toevoegen of het verwijderen van verharding. Als iemand een plan indient voor een ontwikkeling kijken we in ieder geval naar de volgende drie onderwerpen:
- Is de ontwikkeling gebiedseigen of gebiedsvreemd? Dus past de ontwikkeling in het gebied of niet? De uitbreiding van een agrarisch bedrijf in een agrarisch gebied is bijvoorbeeld gebiedseigen.
- Hoe groot is de ontwikkeling (wat is de schaal van de ontwikkeling)? En welke invloed heeft de ontwikkeling op de omgeving (wat is de impact op de omgeving)? Als iemand een theehuis wil openen in het buitengebied komt er bijvoorbeeld extra verkeer.
- Is de ontwikkeling gericht op eigen belang of ook op maatschappelijke belangen? Eigen belang betekent dat iemand iets doet voor zichzelf. Maatschappelijk belang betekent dat anderen er ook iets aan hebben.
Wat is ruimtelijke kwaliteit?
Ruimtelijke kwaliteit is alles wat de omgeving geschikt maakt voor mens, plant en dier. Het betekent ook de juiste ontwikkeling op de juiste plek en op de juiste manier ingepast in de omgeving. De nieuwe ontwikkeling is ook goed voor de beleving van het landelijk gebied, voor de toekomst en volgende generaties.
Hoe beoordelen we een ingediend plan?
Een ontwikkeling die gebiedsvreemd is en dus eigenlijk niet in het gebied past, voldoet minder makkelijk aan de ruimtelijke kwaliteit dan een ontwikkeling die gebiedseigen is. Dat geldt ook voor een ontwikkeling die heel groot is. Toch kan het zijn dat ook dit soort ontwikkelingen wordt goedgekeurd. Daarvoor is het nodig dat er meer wordt gedaan voor de kwaliteit van de omgeving. Dit noemen we het leveren van aanvullende kwaliteitsprestaties.
Als iemand bijvoorbeeld een woning wil bouwen en hiervoor stallen wil slopen, kan het zijn dat er te weinig oppervlak aan stallen is om te vervangen door de bouw van de woning. Door te zorgen voor extra kwaliteit in de omgeving, zoals het aanleggen van landschappelijke hagen, kan het plan dan misschien toch worden goedgekeurd. Een andere mogelijkheid is geld te geven aan de Voorziening Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen was dit het landschapsfonds). Met dit geld betalen we projecten die de ruimtelijke kwaliteit verbeteren in onze gemeente. Deze projecten voeren wij als gemeente uit.
Wil je meer informatie?
Bekijk dan onze handreiking KGO met daarin een handig stappenplan.
In het Werkboek Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van de provincie Overijssel staat veel informatie over de KGO:
- Hoe de KGO werkt
- Hoe we de KGO gebruiken
- Antwoorden op vragen
- Veel voorbeelden uit de praktijk
Als je nog meer wilt weten, kun je ook kijken op Wonen en ondernemen in het groen van Overijssel (buitenkansenoverijssel.nl).
Vragen?
Neem contact op met de medewerkers van Ruimtelijke Ordening van de gemeente via telefoonnummer 14 0570. Je kunt ook zelf een adviseur inschakelen die je kan helpen bij de invulling van jouw wensen.